Terug
Conferentie ZonMw/NWO: Evolutie of revolutie? De wetenschapper van 2030

Geplaatst op 3 juni 2019

We schrijven donderdag 23 mei 2019. De dag waarop de kiezer kan stemmen op de Nederlandse leden van het Europees Parlement. We schrijven Den Haag, het kloppende hart van onze democratie. De stad van debat, discussie en differentiatie. We schrijven de Fokker Terminal, de voormalige school voor luchtvaarttechniek. In de indrukwekkende 9 meter hoge vliegtuighangar stonden vroeger de vliegtuigen opgesteld waar de studenten aan sleutelden. Vandaag werd in dit indrukwekkende en inspirerende gebouw gesleuteld aan het systeem van erkennen, waarderen en belonen van de wetenschapper. Dit vond plaats in de vorm van een conferentie door initiatiefnemers ZonMw en NWO en stond onder leiding van dagvoorzitter drs. Maria Henneman. We gingen in gesprek met (jonge) wetenschappers, universiteiten, financiers en maatschappelijke partners. Hieronder geef ik je een impressie van deze boeiende en dynamische dag. In vogelvlucht weliswaar…

Ready for take-off?


Groetjes,
Anke Peters

Opening en thema
De dag werd geopend met een videoboodschap door Ingrid van Engelshoven, huidige minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen. Zij heette de bezoekers welkom en lichtte het thema van de dag kort toe. Samen in debat gaan over de manier waarop we de wetenschapper in de toekomst gaan waarderen en belonen. Hoe definiëren wij een goede wetenschapper? Aan welke eisen zal de wetenschapper anno 2030 moeten voldoen?

De wetenschapper anno 2030; door prof. dr. Jeroen Geurts (voorzitter ZonMw) en prof. dr. Stan Gielen (NWO)
Jeroen en Stan, die zichzelf de zogenaamde funders noemen, voerden het gesprek over de wetenschapper 2030. Zij maakten het gesprek interactief door de aanwezigen via internet in te laten loggen op de zogenoemde Mentimeter. Een tool waarmee je op een schaal van ‘totaal oneens’ naar ‘totaal eens’ kon reageren op diverse stellingen. De uitslagen werden direct live op het scherm weergegeven en dit gaf een levendige twist aan de presentatie. Volgens Stan leven we binnen het wetenschapsonderzoek in een cultuur waarin mensen voor hun individuele belang (moeten) gaan, omdat ze bijvoorbeeld een prijs willen winnen, een aanvraag willen binnenslepen of azen op de Spinozapremie. De druk voor jonge wetenschappers ligt hierbij veel te hoog. Er moet vernieuwing plaatsvinden in het huidige beoordelingssysteem, zodat onderzoekers meer tot hun recht komen en de kwaliteit van hun werk verbetert. Het belonen op basis van enkel publicaties en citaties is volgens hem niet meer van deze tijd. Niet voor niets leidde de bekende klaagroep publish or perish tot invloedrijke initiatieven als Science in Transition, Open Science en de San Francisco Declaration on Research Assessment. Hij pleit voor meer diversiteit en flexibiliteit bij de beoordeling van wetenschappers. Meer teamwork waarderen in plaats van individualistisch onderzoek. Meer aandacht op het gebied van onderwijs en leiderschap en het genereren van meer impact. Uit een onlangs door NWO gehouden enquête blijkt dat veel onderzoekers openstaan voor deze vernieuwing. De statistieken die voortvloeiden uit de resultaten van de Mentimeter onderstreepten dit ter plekke nog eens.

Hoe ziet de wetenschapper 2030 eruit? 
Om een beeld te vormen van de wetenschapper 2030 gingen we in gesprek met Dr. Hannah Bosma (UvA), prof.dr. Sarah de Rijcke (UvL), Dr. ir. Bas Borsje (UvT), Drs. Rob van Gassel (Maastricht University) en Dr. Joeri van Leeuwen (ASTRON). Tijdens dit levendige tafelgesprek deelden zij hun visie. De werkwijze van een jonge wetenschapper verandert. Er zal meer in teamverband worden gewerkt en dus mag ook team science een rol spelen bij het beoordelen van een subsidieaanvraag in plaats van individualistisch onderzoek. Gekeken kan worden naar het resultaat binnen de groep (branche) en wat de inbreng is buiten de academia, los van publicaties in de grote tijdschriften.

                “If we knew what it was we were doing, it would not be called research, would it?” (Albert Einstein)    

Ratrace

De huidige wetenschappers moeten NWO overtuigen en in het geval dat ze daarin slagen, krijgen ze geld waarmee het onderzoek kan worden uitgevoerd. De zogenoemde supersterren die zichzelf goed weten te verkopen winnen die race. Onderzoekers die ook heel capabel zijn, maar de race om het grote geld verliezen, geven er al snel de brui aan omdat ze in dit systeem niet gezien en erkend worden. Altijd maar die strijd om geld maakt dat de frustratie groot is onder wetenschappers. Om nog maar te zwijgen over al de onderzoekers die Nederland verlaten om in het buitenland te gaan werken.  

Mismatch

Ook Prof. dr. Rianne Letschert, rector magnificus Universiteit Maastricht schetst tijdens haar presentatie een beeld van hoe zij de ontwikkelingen ziet. Ze zoekt namens de Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) naar manieren om universitair personeel anders te waarderen en belonen. Ook noemt ze de frustratie die ze om haar heen ziet bij jonge wetenschappers. Voor deze groep zijn de carrièreperspectieven onzeker en ze vindt het tijd voor een systeem dat voor iedereen werkt, ook als je hart niet bij onderzoek maar bij onderwijs ligt. We moeten volgens haar af van het dienen van de mensen bovenop de apenrots. Ze stelt de vraag of het realistisch is of we van de wetenschapper mogen verwachten dat ze én een excellent fundamenteel onderzoek uitvoeren, én een inspirerende leraar zijn, én een creatieve denker zijn en ook nog impact uitoefenen? Dit leidt duidelijk tot een mismatch als je kijkt naar de vereiste skills en de verworven skills van de wetenschapper. Volgens haar geeft dit alleen maar meer frustratie en stress. In plaats daarvan zou de focus moeten liggen op de individuele sterke punten van de wetenschapper, de werkdruk moet omlaag en ze pleit voor meer mogelijkheden en variatie van focus tijdens je carrière. Er is niet genoeg plek voor onderzoekers om hun carrière binnen een universiteit voort te zetten. In plaats daarvan kunnen we meer academici die gepromoveerd zijn aan een hogeschool laten doceren en er kan meer worden samengewerkt tussen bedrijfsleven en wetenschap. Rianne Letschert gaf met fanatiek enthousiasme aan dat er werk aan de winkel is en roept de aanwezige jonge wetenschappers op om op een breder vlak te kijken naar de mogelijkheden binnen hun vakgebied.  

Het Europese perspectief op de wetenschap

Na de smaakvol verzorgde lunch werd met Jean-Eric Paquet (directeur Algemeen Onderzoek & Innovatie binnen de Europese Commissie) gesproken over hoe hij de toekomst ziet van de wetenschapper en welke rol ons land binnen Europa vervult als het gaat om vernieuwing en verbetering. Hij gaf aan dat Nederland frontrunner is op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en dat wij als “klein land” wel degelijk een belangrijke rol spelen in het Europese debat over dit onderwerp. De EU brengt een framework met richtlijnen. Een meer open systeem in de beoordeling van de wetenschapper is ook een meer uitdagend systeem, aldus Paquet.  

Deelsessies

In de middag konden de bezoekers kiezen uit 6 break-out sessies waarin ze zelf met elkaar in discussie gingen en ideeën uitwisselden rondom dit thema. Tijdens de thee-, koffie- en plaspauze, waarin de gemoederen weer wat konden bedaren en er buiten in het zonnetje werd nagefilterd, werden binnen ondertussen de uitkomsten en bevindingen uit de diverse deelsessies driftig door de sessieleiders verwerkt. Maria Henneman leidde vervolgens de panel- en zaaldiscussie over de belangrijkste uitkomsten van de stellingen en break-out sessies. Ik had best nog een paar microfoons plus lopers extra in kunnen zetten, bedacht ik me, gezien de vele verzoeken uit het publiek om te reageren. Wát een enthousiasme, zeg!  

Afsluiting

De dag vlóóg werkelijk om! Aan het eind van het programma was iedereen toe aan een welverdiende borrel en dito hapje. Ik ook, pfff! Wat is het toch heerlijk als ik als organisator van congressen en conferenties voldaan en terecht kan high-fiven met in dit geval de geluid- en lichttechnicus! Dit project was weer spot on! Als je een paar honderd academici laat filteren over dit onderwerp kun je je voorstellen, dat er een bruisende dynamiek ontstaat, waarin er soms fel, maar altijd enthousiast werd gesproken met elkaar. En de geleerden zouden zichzelf niet zijn als er niet altijd maar weer eerst een vraag wordt gesteld op een gestelde vraag op een gestelde vraag, haha. Ze moesten er gelukkig zelf ook om lachen… Kwaliteit is immers pas sturend wanneer het een vraag is! 

Hoe heb jij de conferentie “Evolutie of revolutie?” ervaren?
Ontvang gratis tips & tricks voor je congres!
sluit