We
schrijven donderdag 23 mei 2019. De dag waarop de kiezer kan stemmen op de
Nederlandse leden van het Europees Parlement. We schrijven Den Haag, het
kloppende hart van onze democratie. De stad van debat, discussie en differentiatie.
We schrijven de Fokker Terminal, de voormalige school voor luchtvaarttechniek.
In de indrukwekkende 9 meter hoge vliegtuighangar stonden vroeger de
vliegtuigen opgesteld waar de studenten aan sleutelden. Vandaag werd in dit
indrukwekkende en inspirerende gebouw gesleuteld aan het systeem van erkennen, waarderen
en belonen van de wetenschapper. Dit vond plaats in de vorm van een conferentie
door initiatiefnemers ZonMw
en NWO en stond onder leiding van dagvoorzitter
drs. Maria Henneman. We gingen in gesprek met (jonge) wetenschappers,
universiteiten, financiers en maatschappelijke partners. Hieronder geef ik je
een impressie van deze boeiende en dynamische dag. In vogelvlucht weliswaar…
Ready
for take-off?
Groetjes,
Anke
Peters
Opening
en thema
De dag werd geopend met een videoboodschap door Ingrid van
Engelshoven, huidige minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen. Zij
heette de bezoekers welkom en lichtte het thema van de dag kort toe. Samen in
debat gaan over de manier waarop we de wetenschapper in de toekomst gaan
waarderen en belonen. Hoe definiëren wij een goede wetenschapper? Aan welke
eisen zal de wetenschapper anno 2030 moeten voldoen?
De
wetenschapper anno 2030; door prof. dr. Jeroen Geurts (voorzitter ZonMw) en
prof. dr. Stan Gielen (NWO)
Jeroen en Stan, die zichzelf de zogenaamde funders noemen,
voerden het gesprek over de wetenschapper 2030. Zij maakten het gesprek
interactief door de aanwezigen via internet in te laten loggen op de zogenoemde
Mentimeter. Een tool waarmee je op een schaal van ‘totaal oneens’ naar ‘totaal
eens’ kon reageren op diverse stellingen. De uitslagen werden direct live op
het scherm weergegeven en dit gaf een levendige twist aan de presentatie.
Volgens Stan leven we binnen het wetenschapsonderzoek in
een cultuur waarin mensen voor hun individuele belang (moeten) gaan, omdat ze
bijvoorbeeld een prijs willen winnen, een aanvraag willen binnenslepen of azen
op de Spinozapremie. De druk voor jonge wetenschappers ligt hierbij veel te
hoog. Er moet vernieuwing plaatsvinden in het huidige beoordelingssysteem,
zodat onderzoekers meer tot hun recht komen en de kwaliteit van hun werk
verbetert. Het belonen op basis van enkel publicaties en citaties is volgens
hem niet meer van deze tijd. Niet voor niets leidde de bekende klaagroep publish or perish tot invloedrijke
initiatieven als Science in Transition,
Open Science en de San Francisco Declaration on Research
Assessment.
Hij pleit voor meer diversiteit en flexibiliteit bij de
beoordeling van wetenschappers. Meer teamwork waarderen in plaats van
individualistisch onderzoek. Meer aandacht op het gebied van onderwijs en
leiderschap en het genereren van meer impact. Uit een onlangs door NWO gehouden
enquête blijkt dat veel onderzoekers openstaan voor deze vernieuwing. De
statistieken die voortvloeiden uit de resultaten van de Mentimeter
onderstreepten dit ter plekke nog eens.
Hoe
ziet de wetenschapper 2030 eruit?
Om een beeld te vormen van de wetenschapper 2030 gingen
we in gesprek met Dr. Hannah Bosma (UvA), prof.dr. Sarah de Rijcke (UvL), Dr.
ir. Bas Borsje (UvT), Drs. Rob van Gassel (Maastricht University) en Dr. Joeri van Leeuwen
(ASTRON).
Tijdens dit levendige tafelgesprek deelden zij hun
visie. De werkwijze van een jonge wetenschapper verandert. Er zal meer in
teamverband worden gewerkt en dus mag ook team science een rol spelen bij het
beoordelen van een subsidieaanvraag in plaats van individualistisch onderzoek.
Gekeken kan worden naar het resultaat binnen de groep (branche) en wat de
inbreng is buiten de academia, los van publicaties in de grote tijdschriften.
“If we knew what it was we were doing, it would not be called research, would
it?” (Albert Einstein)
Ratrace
De huidige wetenschappers moeten NWO overtuigen en in
het geval dat ze daarin slagen, krijgen ze geld waarmee het onderzoek kan
worden uitgevoerd. De zogenoemde supersterren die zichzelf goed weten te
verkopen winnen die race. Onderzoekers die ook heel capabel zijn, maar de race
om het grote geld verliezen, geven er al snel de brui aan omdat ze in dit systeem
niet gezien en erkend worden. Altijd maar die strijd om geld maakt dat de
frustratie groot is onder wetenschappers. Om nog maar te zwijgen over al de
onderzoekers die Nederland verlaten om in het buitenland te gaan werken.
Mismatch
Ook Prof.
dr. Rianne Letschert, rector magnificus Universiteit Maastricht schetst tijdens
haar presentatie een beeld van hoe zij de ontwikkelingen ziet. Ze zoekt namens
de Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) naar manieren om
universitair personeel anders te waarderen en belonen. Ook noemt ze de frustratie die ze om haar heen ziet bij jonge wetenschappers.
Voor deze groep zijn de carrièreperspectieven onzeker en ze vindt het tijd voor
een systeem dat voor iedereen werkt, ook als je hart niet bij onderzoek maar
bij onderwijs ligt. We moeten volgens haar af van het dienen van de mensen
bovenop de apenrots.
Ze stelt de vraag of het realistisch is of we van de wetenschapper
mogen verwachten dat ze én een excellent fundamenteel onderzoek uitvoeren, én
een inspirerende leraar zijn, én een creatieve denker zijn en ook nog impact
uitoefenen? Dit leidt duidelijk tot een mismatch als je kijkt naar de vereiste
skills en de verworven skills van de wetenschapper. Volgens haar geeft dit alleen
maar meer frustratie en stress. In plaats daarvan zou de focus moeten liggen op
de individuele sterke punten van de wetenschapper, de werkdruk moet omlaag en
ze pleit voor meer mogelijkheden en variatie van focus tijdens je carrière. Er
is niet genoeg plek voor onderzoekers om hun carrière binnen een universiteit
voort te zetten. In plaats daarvan kunnen we meer academici die gepromoveerd
zijn aan een hogeschool laten doceren en er kan meer worden samengewerkt tussen
bedrijfsleven en wetenschap. Rianne Letschert gaf met fanatiek enthousiasme aan
dat er werk aan de winkel is en roept de aanwezige jonge wetenschappers op om
op een breder vlak te kijken naar de mogelijkheden binnen hun vakgebied.
Het
Europese perspectief op de wetenschap
Na de
smaakvol verzorgde lunch werd met Jean-Eric Paquet (directeur Algemeen
Onderzoek & Innovatie binnen de Europese Commissie) gesproken over hoe hij
de toekomst ziet van de wetenschapper en welke rol ons land binnen Europa
vervult als het gaat om vernieuwing en verbetering. Hij gaf aan dat Nederland
frontrunner is op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en dat wij als
“klein land” wel degelijk een belangrijke rol spelen in het Europese debat over
dit onderwerp. De EU brengt een framework met richtlijnen. Een meer open
systeem in de beoordeling van de wetenschapper is ook een meer uitdagend
systeem, aldus Paquet.
Deelsessies
In de middag konden de bezoekers kiezen uit 6 break-out
sessies waarin ze zelf met elkaar in discussie gingen en ideeën uitwisselden rondom
dit thema.
Tijdens de thee-, koffie- en plaspauze, waarin de
gemoederen weer wat konden bedaren en er buiten in het zonnetje werd
nagefilterd, werden binnen ondertussen de uitkomsten en bevindingen uit de
diverse deelsessies driftig door de sessieleiders verwerkt. Maria Henneman
leidde vervolgens de panel- en zaaldiscussie over de belangrijkste uitkomsten
van de stellingen en break-out sessies. Ik had best nog een paar microfoons
plus lopers extra in kunnen zetten, bedacht ik me, gezien de vele verzoeken uit
het publiek om te reageren. Wát een enthousiasme, zeg!
Afsluiting
De dag vlóóg werkelijk om! Aan het eind van het programma
was iedereen toe aan een welverdiende borrel en dito hapje. Ik ook, pfff! Wat
is het toch heerlijk als ik als organisator van congressen en conferenties voldaan
en terecht kan high-fiven met in dit geval de geluid- en lichttechnicus! Dit
project was weer spot on!
Als je een paar honderd academici laat filteren over dit
onderwerp kun je je voorstellen, dat er een bruisende dynamiek ontstaat, waarin
er soms fel, maar altijd enthousiast werd gesproken met elkaar.
En de geleerden zouden zichzelf niet zijn als er niet
altijd maar weer eerst een vraag wordt gesteld op een gestelde vraag op een
gestelde vraag, haha. Ze moesten er gelukkig zelf ook om lachen…
Kwaliteit is immers pas sturend wanneer het een vraag is!